cursusbeschrijving
Het imago van de middeleeuwen als een donkere tijdsperiode tussen de klassieke oudheid en de renaissance is een gedateerde opvatting. Welke functie vervult beeldende kunst in de middeleeuwen? Deze cursus begint met de klassieke kunst als basis voor een christelijke beeldtaal. In catacomben en fresco's keren keizerlijke motieven terug. In de schitterende mozaïeken in Ravenna, Venetië en Constantinopel (Istanbul) vermengen klassieke tradities zich met nieuwe stijlen. De schilderkunst bloeit in de psalteria en evangeliaria, ten tijde van Karel de Grote en het latere Ottoonse keizerrijk.
De uitbeelding van Christus of Maria verandert in samenhang met religieuze, kerkpolitieke en literaire ontwikkelingen. De laatmiddeleeuwse privédevotie is van grote betekenis voor een religieuze kunst, waarin lichamelijkheid en empathie centraal staan.
In de architectuur van de middeleeuwen vormt het klassieke model het uitgangspunt. De Romeinse 'basilica' herkennen we in de romaanse architectuur. In de hoorcolleges volgen we de ontwikkelingsgeschiedenis naar de gotische kathedralen van Chartres, Reims en Parijs. Bouwkundige ontwikkelingen en inhoudelijke religieuze veranderingen zijn beide van invloed. Lichtfilosofie en getallensymboliek spelen daarbij een grote rol.
De serie colleges besluit met de Italiaanse schilderkunst van de veertiende eeuw, de tijd waarin de kunstgeschiedenis zich ontvouwt als een eindeloze stroom van namen die begint bij de fresco's en panelen van Cimabue, Giotto en Duccio.
Deze cursus is een onderdeel van de Leergang Kunstgeschiedenis, maar kan ook los daarvan gevolgd worden.